Verhalen / Informatie van Marion Hübscher

Meer over Zacharias Schrofer en Frederika Hübscher

De navolgende tekst is in juni-juli-aug. 2019 na grondig onderzoek opgesteld door Marion Hübscher (geb.1943), nazaat van Frederika’s broer Johannes (geb.1801). Zijn Hübscher nazaten hebben generaties lang in Nijmegen handel gedreven. Zacharias heeft zijn familie in Zwitserland blijkbaar niet op de hoogte gehouden en er is grote verwarring ontstaan, zoals blijkt uit de tekst op pagina 115 en 116 van het “Trimmiser Heimatbuch” uit 1963. Marion beschikt over details en bewijzen van hetgeen hieronder volgt, alsmede over een uitgewerkte stamboom Schrofer.

Zacharias Schrofer, geboren 1809 in Trimmis, Graubünden, nam per 1 mei 1825, precies 16 jaar oud, vrijwillig dienst in het Zwitserse regiment Von Sprecher, nr.31 geworven in Graubünden, Glarus en Appenzell ten behoeve van de Nederlanden. Feitelijk kwam hij 25 juni aan in zijn eerste legerplaats, Namen. Tot 1827 was hij fuselier. Toen enkele maanden tamboer en daarna weer fuselier tot de opheffing van het regiment op 25 april 1829 {Nationaal archief, stamboek 30 nr.3866}. Zeven dagen later trad hij vrijwillig in Nederlandse dienst als kurassier bij de 9e Afdeling van het 2e regiment dragonders {NA stamboek 467 nr.3384}. In de jaren 1830-35 diende hij in het Nederlandse Mobiele Leger bij de opstand in België. In 1831 nam hij deel aan de 10-daagse Veldtocht, waarvoor hij op 5 april 1832 het Metalen Kruis ontving. Per 23 juli 1835 werd hij gepasporteerd wegens expiratie van dienst.
Ten tijde van de geboorte van zijn zoon Zacharias junior in maart 1833 lag zijn legereenheid in Dongen. Dat hij ongehuwd vader werd wekt geen verbazing, want soldaten kregen zelden toestemming om te trouwen. Hij heeft het kind zelf als vader aangegeven en bij zijn huwelijk met Frederika Hübscher in 1835 is het gewettigd als hun zoon. De nazaten van deze Zacharias, 24-3-1833 als Schrofer gedoopt in Oosterhout, Noord Brabant {akte 59} en 11-4-1860 in Den Haag als Schröfer getrouwd met Jenneke Hermina Dengerink {akte 70} zijn merendeels in Den Haag gebleven.
Zacharias senior staat in akten te boek als (maart 1833) kurassier gecantonneerd te Dongen, (juli 1835) soldaat te Nijmegen, (november 1835) huisknecht te Nijmegen, (1836,1838) als arbeider te Oosterhout, Noord-Brabant.
Nijmegen is zijn laatste garnizoensplaats geweest, waar hij na het verlaten van de dienst een maand of vijf werkte. In december 1835 trouwde hij met Frederika in Oosterhout, die toen al zwanger was van de tweede zoon, gedoopt 3-5-1836. In 1838 is Zacharias in Oosterhout vader van een gezin met drie jonge kinderen en een stiefzoon - Frederika’s zoon Leendert, geboren in 1822. Later in Den Haag werden nog twee zonen (1839,1845) geboren en een dochter (1842).
Zacharias en Frederika moeten elkaar hebben ontmoet in Oosterhout, dat zes km van de garnizoens-plaats Dongen lag. In 1835-38 woonde hij daar bij de Hübscher familie, eveneens afkomstig uit Zwitserland.
N.B. er is in de Nijmeegse registers überhaupt geen spoor van een Schrofer/Schröfer - pas in december 1927 vertrekt een Frederik Jacobus, geb.1894, van Den Haag naar Nijmegen.

Frederika, geboren 1799 in Oosterhout, Noord-Brabant, was in 1835 naayster aldaar. Zij is de oudste dochter van (Johann) Hans Jacob Hübscher, geboren 1767 in Hallau, Kanton Schaffhausen, Zwitserland. Hij kwam ca.1790 als soldaat ten dienste van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden met een Zwitsers regiment naar Nederland. Toen bij aanvang van de Bataafse Republiek en het vertrek van de prins-stadhouder van Oranje naar Engeland zijn regiment werd opgeheven keerde hij niet terug naar Zwitserland maar vestigde zich in Oosterhout, Noord-Brabant, met zijn vrouw Barbara ’Zeyler’ Seiler. Zij was een in Nederland geboren dochter van de Zwitserse sergeant Martin Seiler en zijn vrouw Verena Wildberg ook afkomstig uit Kanton Schaffhausen. Na de dood van Hans Jacob Hübscher in 1817 bleef zijn weduwe Barbara met acht kinderen in Oosterhout achter. In 1838 woonden nog twee zoons en twee dochters thuis èn dochter Frederika met haar gezin Schrofer. In mei 1838 vertrokken de Schrofer met moeder Barbara naar Den Haag en woonden eerst in de Koediefstraat {wijk L no.46}, waar kort na aankomst hun twee kleinste zoontjes overleden. Een jaar later woonden ze aan de Nieuwe Haven {wijk L no.221}, waar de broers Johan Coenraad en Hendrik Hubscher bij hen inwoonden, terwijl moeder Barbara was verhuisd naar het Heilige Geesthofje aan de Paviljoensgracht en de zusters Hubscher in betrekking waren als dienstbode. De beide in 1847 getrouwde broers vertrokken en de Schrofer bleven aan de Nieuwe Haven. Zacharias moet er met Kerst 1860 zijn overleden, waarna Frederika er bleef wonen met enkele kinderen {bevolking 1861-79 deel 52 blad 12}.
In Den Haag staat Zacharias te boek als (1838,1842,1845,1860) bediende, (1839) koetsier, (1840) stalknecht.

{uit familiearchief Hübscher en naar onderzoek door Marion Hübscher, voorjaar 2019.}


copyright © 1999-2006 Ted Schrover - all rights reserved